Galapagos dag 4 - Floriana – Post Office Bay

10 september 2009

Vanmorgen met daglicht kon ik goed vanuit het raam van onze hut het eiland zien liggen waar we ’s nachts voor anker zijn gegaan. Het ziet er droog en kaal uit maar heeft wel wat niet al te hoge bergen die licht begroeid zijn.

We varen met de rubberboot naar het donker gekleurde strand wat voornamelijk uit fijn lavasteen bestaat. Enkele zeeleeuwen kijken even op wie daar aan land komen. We lopen met onze gids naar een meertje midden op het eiland waar we fel roze gekleurde flamingo’s zien vissen. Ze eten kleine krabbetjes uit het brakke water. Het water uit het meertje is niet meer zo zout als de zee aangezien er mangrovebomen  rond om het meer staan die het zout uit het water filteren. De flamingo’s zijn roze van kleur wanneer er genoeg te eten is. Als er een periode wat minder krabbetjes te vinden zijn in het meer dan kleuren de veren wit.

Op dit eiland blijken ook nog mensen te wonen. Het schijnen de oorspronkelijke bewoners te zijn (in totaal nog 120 mensen). Het aantal neemt af, de jongere generatie trekt naar de steden op het vaste land van Ecuador. De oude generatie vergrijst en neemt snel af.

Aan de andere kant van het eiland is er een mooi spierwit zandstrand (dit keer gelukkig zonder vliegen). We lopen op onze blote voeten door het fel blauwe heldere water en zien een paar pijlstaartroggen in het ondiepe door de branding heen zwemmen.

Het strand is een belangrijke plaats voor de schildpadden om hun eieren te leggen.

Overal zie je uitgegraven nesten maar helaas geen schildpadjes. Wanneer de schildpadjes uit hun ei kruipen hebben ze maar weinig kans van overleven. Tijdens hun kruiptocht over het strand richting zee worden de meeste al opgegeten door vogels en wanneer ze de zee halen liggen er vaak nog haaien op de loer die ze ook wel een lekkernij vinden.

1 op de 10 pas geboren schildpadjes redt het om aan zijn vijanden te ontkomen.

We lopen weer terug naar de andere kant van het eiland waar onze boot voor anker ligt.

Met de rubberboot gaan we naar een rotspartij waar tussen onderwater een krater te zien moet zijn van een vulkaan. Er staat behoorlijk wat wind en het kleine bootje beukt behoorlijk in op de golven. Ondanks dat we nog niet in het water liggen zijn we al zeiknat van het opspattende water. We komen aan bij de krater en laten ons met onze snorkeluitrusting aan achterover in het water vallen.

Rond de rotsen staat een behoorlijke stroming en je moet oppassen om niet tegen de rotsen aangesmakt te worden. Op wat mooie vissen en wat zeesterren na was het daar niet echt bijzonder onder water.

Aan de rand van de krater was nog een piepklein wit zandstrandje tussen de rotsen in wat het territorium van een mannetjes zeeleeuw was waar we niet te dicht in de buurt van moesten komen.

Na een rondje eiland klommen we weer in de boot en was het inmiddels bijna lunchtijd.

De Golondrina voer voor een kwartiertje tot aan de noordkant van het eiland waar Post Office Bay ligt. Tot 14.30 uur hebben we de tijd voor ons zelf en kunnen we wat van de zon genieten op het voordek. Daarna gaan we bij Post Office Bay aan land wat bekend staat om zijn brievenbus.

 

Ongeveer 50 meter vanaf het strand stond inderdaad een houten brievenbus.

Onze gids deed het deurtje open en haalde een stapel kaarten uit de bus. Het waren er aardig wat en we kregen allemaal een stapeltje om te kijken of er iets tussen zat wat in de buurt zat om thuis te bezorgen.

De brievenbus staat al vanaf 1792 op het eiland en werd vroeger gebruikt voor zeelieden die daar aan land kwamen. Zat er post in met het adres van hun volgende bestemming, dan namen ze dat mee. Zo kon het dus wel maanden duren voordat de brief die je gepost had door iemand meegenomen werd en op het juiste adres werd afgeleverd.

Er zijn veel kaarten uit verschillende landen maar ook een paar bestemd voor Nederland.

Eén uit Hoorn, Den haag, Delft en Hoofddorp die door medereizigers worden meegenomen om thuis te bezorgen.

We hebben zelf ook wat kaarten gepost en zijn benieuwd wanneer en/of ze een keertje aan gaan komen.

Terug op het strand leggen we onze handdoeken neer en pakken onze snorkelspullen.

Het water is aardig fris en Inge heeft een pak meegenomen vanaf de boot. We snorkelen langs de vulkanische rotsen naast het strand waar we al gauw grote zeeschildpadden tegenkomen.

In totaal hebben we er 6 geteld die rustig over het rif heen grazen. Met de onderwatercamera maken we mooie foto’s van ze. Iets verderop wijst Inge opgewonden naar iets onderwater.

Het is een redelijk grote octopus die waarschijnlijk naarstig op zoek is naar een plekje in het rif om zich te verschuilen. Met zijn lange tentakels beweegt hij zich voort door het water.

Op de weg terug snorkelend richting het strand kwamen we nog vlak voor het strand een mooie donkergekleurde pijlstaartrog tegen.

In de branding van de zee speelt Inge met een jonge zeehond in het water. Blue Footed Boobies scheren rakelings langs je dicht boven het water om zich vervolgens in zee te storten om een vis te vangen. Ook pelikanen beginnen zich ermee te bemoeien en binnen korte tijd is het een gezellige drukte in en op het water.

 

Terug op de Golondrina vertrekken we na het eten richting het volgende eiland.

Het is 8 uur varen naar North Seymour Island en de kapitein verwacht stormachtig weer.

Daar waren we al gauw getuigen van want het schip ging door de harde wind heftig te keer op de golven. We probeerden te slapen maar moesten ons goed vasthouden om niet uit ons bed te vallen. Rond middernacht hoorden we een grote klap en glasgerinkel.

Ik sprong uit bed en liep de hut uit naar buiten. In het eetvertrek was de koelkast compleet met inhoud van de bar gevallen. Overal lag glas van gebroken bier- en frisdrankflesjes. Samen met 2 bemanningsleden hielp ik om de nog hele flessen veilig te stellen en de rommel een beetje op te ruimen. De kapitein kwam polshoogte nemen vanaf de brug en verminderde vaart om nog meer schade te voorkomen. Pas vroeg in de morgen kwamen we aan op North Seymour waar we nog een uurtje rustig hebben kunnen slapen.